09 Januari 2017

De radiatorventielen maken lawaai, wat kan ik eraan doen?

Wanneer op elk afzonderlijk verwarmingselement een thermostaat is geïnstalleerd, produceert de installatie soms een vervelend gesuis dat klinkt als een fluitje, en wel precies op de plek waar net werkzaamheden zijn uitgevoerd. In de meeste gevallen houdt dit gesuis niet aan en treedt het niet in alle onderdelen van het systeem op, maar slechts op enkele momenten van de dag en bij enkele radiatoren. Doorgaans zijn dat de radiatoren die zich het dichtst in de buurt van de warmtecentrale bevinden. De oorzaak van dit probleem ligt bij de te hoge toevoer die de pomp aan het systeem levert. Dit betekent niet dat de circulatiepomp ongeschikt is, maar dat deze de voortdurende fluctuaties in het debiet die met de thermostaat worden geregeld, niet goed kan volgen.

Bij installaties die nog zijn uitgerust met oude circulatiepompen met een constant toerental kan het een oplossing zijn om een instelbare drukverschilregelaar (serie 519), te installeren aan de bovenkant van elke kolom, of in elk geval zo ver mogelijk van de generator. Zo kan worden gezorgd voor een temperatuurverschil dat voldoende hoog is om de condensatie van de ketel in stand te houden en op die manier het rendement ervan hoog te houden. Zodra in de kolom een drukverschil is ontstaan dat hoger ligt dan de kalibratiewaarde, opent deze regelaar de verbinding naar de retourleiding, zodat het overtollige debiet kan worden afgevoerd en de ΔP-waarde beneden het geluidsniveau van het thermostatisch radiatorventiel kan worden gehouden.

Dit type circulatiepomp (constant toerental) voldoet echter niet aan de geldende richtlijnen en gaat niet goed samen met ventielen die een voortdurend fluctuerend debiet voortbrengen. Met een pomp die zich niet zelf aanpast aan het toevoerniveau dat de installatie nodig heeft, is het circulerende debiet hoger dan nodig, waardoor het energieverbruik hoger ligt dan in werkelijkheid nodig is.

De ideale oplossing voor de geluidsoverlast is om bij de basis van de stijgleiding ventielen aan te brengen om de ΔP-waarde te regelen. Door deze ventielen te koppelen kan de ΔP-waarde in de kolom stabiel worden gehouden op het vooraf ingestelde niveau. De in de retourleiding geïnstalleerde regelaar (serier 140) moet de ΔP-waarde op de vooraf geselecteerde waarde houden wanneer het debiet fluctueert, bijvoorbeeld doordat thermostatische radiatorventielen worden bediend. De regelaar werkt op basis van het verband tussen de toevoerdruk door het capillair (3) bovenaan het membraan (2) en de retourdruk aan de onderkant die wordt bereikt door het interne capillair (4). Door de beweging van het membraan, die wordt veroorzaakt door het drukverschil, fluctueert de positie van de sluiter (5) totdat een evenwicht is bereikt tussen de kracht van het membraan plus de tegendruk van de veer (6) enerzijds en de vooraf ingestelde ΔP-waarde anderzijds (onderstaande afbeelding). 

Dankzij de afsluiter (serie 142), die wordt geïnstalleerd op de toevoerleiding, kan een initieel drukverlies tot stand worden gebracht in de kolom, zodat de ΔP-regelaar altijd binnen zijn regelbereik kan werken.

 

Het bijbehorende strangregelventiel is uitgerust met drukkranen om het capillair eenvoudig en correct te kunnen aansluiten.

Reacties blogberichten
This question is for testing whether or not you are a human visitor and to prevent automated spam submissions.