De installatie kan worden verdeeld in 5 zones:

Zone met biomassaketel

Deze zone bestaat uit:

·       biomassaketel met automatische luchttoevoer; 

·       controle-, expansie-, veiligheidsapparatuur en thermische aftap;

·       circulatie-unit tegen condensvorming met de volgende componenten: thermostaatsensor tegen condensvorming, circulatiepomp, terugslagklep voor natuurlijke circulatie, ingebouwde kogelkleppen en thermometers.

Zone met ketel met traditionele brandstoffen

Deze zone bestaat uit:

·        condensatieketel met interne pomp;

·       controle-, expansie- en veiligheidsapparatuur.

Zone met buffervat en distributie van de warmtegeleidende vloeistof

Deze zone bestaat uit:

·       buffervat met enkele spiraal aan de bovenkant;

·       3-weg verdeelklep voor de prioritaire productie van sanitair warm water; 

·       circulatiepomp met hoog rendement

Het voorraadvat met bovenste warmtewisselaar maakt het mogelijk de twee warmtebronnen gemakkelijk te beheren en te voldoen aan twee doelen: sanitair warm water produceren met voorraadvat en ruimteverwarming.

Verwarmingszone

Deze zone bestaat uit:

·       regelgroep op basis van een vaste instelling met dubbele temperatuur;

·       vloerverwarmingssysteem en designradiatoren;

·       ruimteklokthermostaat.

De warme vloeistof dient zowel voor sanitair warm water als voor het voeden van verwarmingslichamen.

Productie- en distributiezone van sanitair warm water

Sanitair warm water wordt geproduceerd in het voorraadvat en heeft voorrang op de verwarming.
Het distributiesysteem is zonder recirculatie en is uitgerust met een thermostatisch mengventiel met filters en ingebouwde keerkleppen bij de ingangen van koud en warm water. 

Beheer van de installatie

De thermostaat op het technische voorraadvat of de ruimteklokthermostaat is aangesloten op de regeleenheid van de biomassaketel. 

Als de thermische belasting onvoldoende is, geeft de regeleenheid opdracht voor de inschakeling van de gasketel. De thermostaat op het SWW-buffervat beheert de verdeelklep van de voorrang en verhindert de stroom naar de ruimteverwarming. Zodra de productie van sanitair warm water is bevredigd, schakelt de verdeelklep over naar het verwarmingssysteem. 

De secundaire pomp start met toestemming van de ruimteklokthermostaat of de microschakelaar van de verdeelklep. 

De regelgroep maakt het mogelijk de temperatuur en het debiet naar het vloerverwarmingssysteem te regelen en de designradiatoren direct door het circuit op hoge temperatuur te voeden.

Opmerking:

Controle-, expansie- en veiligheidsapparatuur moet overeenkomen met het thermisch vermogen en de specifieke eigenschappen van de installatie volgens de geldende wet- en regelgeving.

Als dit nodig is, of wordt vereist door de huidige wetgeving met betrekking tot hardheid, moet het water in het verwarmingssysteem op de juiste manier worden behandeld.